interviews.jouwweb.nl

'Huidige regelgeving is niks waard'

Gepubliceerd op 6 mei 2017 om 13:10

Hij is rap van tong en kort van stof. Hij weet waar hij het over heeft, of het nou gaat over kerkverlating, de regelgeving rondom de agrarische sector of de huidige formatiebesprekingen. Een interview met dhr. P.T. Noordegraaf, nummer 25 op de SGP-lijst van de Tweede Kamerverkiezingen in maart, gemeenteraadslid in Werkendam, vertegenwoordiger bij CRV en tot voor kort leidinggevende van de JV van de CGK in Werkendam.

Werk

U bent vertegenwoordiger bij CRV, een bedrijf dat zich richt op de veestapel. Hoe ziet uw werk als vertegenwoordiger er uit?

Ik ben verantwoordelijk voor 750 melkveehouders in mijn werkgebied. Mijn werkgebied is voornamelijk Alblasserwaard/Vijfherenlanden, tot aan de Hoeksche Waard toe. Mijn verantwoordelijkheid is de verkoop van genetica. Ik heb een omzet verantwoordelijkheid van 2,3 miljoen euro. Daarnaast hebben we een eigen managementprogramma en leveren wij andere producten en diensten.

Voor de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen stond u op de SGP-lijst op nummer 25. Op de website van de SGP zegt u dat belastingen en bureaucratische regels de kostprijs (van melk ed., K-J) opjagen. Volgens u werkt dat niet. Aan welke regels denkt u dan en waarom werkt dat volgens u niet? Regels zijn toch nodig?

Regels zijn absoluut nodig, maar de huidige regelgeving is ten eerste niks waard. Dat zie je ook terug in de huidige ontwikkelingen in de melkveehouderij: er zijn heel veel regels, die maar een paar weken standhouden en daarna weer aangepast worden, met name de GVE reductieregeling en het toedienen van hoeveelheden dierlijke mest. Daar kunnen melkveehouders echt niet mee werken. In de melkveehouderij is de onzekerheid momenteel ontzettend groot. Verleden week is er weer een nieuwe regel met terugwerkende kracht toegepast. Dat stapelt zich continu op en dat zien we al jaren. De laatste twee jaar is dat heel extreem en dat kan gewoon niet meer. In andere industrieën kan dit helemaal niet, maar het gebeurt wel en het is heel bepalend voor de toekomst van de bedrijven.

Dus het gaat volgens u meer om de grilligheid van de regels dan om de regels zelf?

Nee. Er zijn een aantal regels die inhoudelijk niet kloppen. Er wordt geput uit cijfers die achterhaald zijn. Ik heb gisteren op mijn Facebookpagina nog een interview met Jan-Kees Vogelaar, bestuurslid van het mesdagfonds, geplaatst, waarbij actuele onderzoeksresultaten over kwaliteit van het grondwater niet gebruikt worden rond de onderhandelingen die gedaan worden met Brussel met betrekking tot de nieuw te verkrijgen derogatie. Doordat de milieulobby cijfers gebruikt die ze goed uitkomen, krijgt de melkveehouderij met veel strengere normen te maken voor het gebruik van dierlijke mest. Daardoor moet er duurdere kunstmest worden aangekocht wat de kostprijs verder omhoog drijft.

Gaan verantwoord boer-zijn en het milieu dan niet samen?

Het kan prima samengaan. Zo is de reductie van antibiotica door de sector zelf in vijf jaar geweldig opgepakt. Het gebruik van antibiotica is teruggedrongen naar een minimum, maar daar hoor je niemand over, hoewel ik ook vind dat de sector dat ook zelf moet uitdragen. Daar ligt ook een belangrijke taak voor de sector zelf om dit breder uit te dragen! Het probleem is dat de linkse wind toeneemt. Daar hebben we behoorlijk last van. Politiek gezien is dat niet makkelijk.

Van welke milieuregels hebben boeren dan last?

Wat we dit jaar zien is dat er enorm veel dieren weg moeten, om weer onder het zogenaamde fosfaatplafond te komen. Dat is gewoon een stuk inkomen dat verdwijnt. Voor dit jaar komt dat slecht uit, maar ook voor de komende jaren bepaalt dit veel voor de melkveehouderij. Er is de laatste jaren veel geïnvesteerd in de melkveehouderij binnen de toegestane regelgeving, maar op deze manier ga je met terugwerkende kracht de spelregels veranderen. Dat kan echt niet.

U bent ook gemeenteraadslid voor de SGP in Werkendam. Wat vindt u belangrijk om in Werkendam te bereiken en wat heeft u/de SGP al bereikt?

Dan denk ik vooral aan mijn eigen portefeuille, de zorg. De zorg is de afgelopen jaren gedecentraliseerd. In dat opzicht ben ik blij dat we in Werkendam de keuzevrijheid wat zorg betreft voor iedereen hebben kunnen garanderen, en vooral voor mensen met een christelijke achtergrond. In Werkendam is dat nooit echt een discussie geweest, maar in andere gemeenten wel. We hebben er ons in vastgebeten en het is mooi om te zien dat het daardoor is gewaarborgd voor de toekomst.

U stond bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart op nummer 25 van de SGP-lijst. Is het uw ambitie om op lange termijn daadwerkelijk in de Tweede Kamer te komen?

Lachend: mijn ambitie is daar helemaal niet in geweest. In juni vorig jaar ben ik zelf benaderd door de kieslijstcommissie, of ik een gesprek wilde, waarna ze zouden kijken of ik op de kieslijst zou komen. Dat heeft mij volledig verrast. Ik had me er helemaal niet mee bezig gehouden. Vanuit onze kiesvereniging waren twee mensen naar voren geschoven als opties voor op de lijst, dus ik heb me er helemaal niet mee bezig gehouden. Ik heb een goed gesprek gehad, en toen bleek dat ze me graag op de lijst wilden hebben, waarbij ik uiteindelijk op plaats 25 terecht ben gekomen. De afgelopen campagne was intensief en boeiend. Er was een hele goede onderlinge sfeer waarbij we dankbaar mogen zijn met het behaalde resultaat. Voorlopig wil ik me graag inzetten als raadslid voor de SGP in onze gemeente en regio.

Tot voor kort was u leidinggevende van de Jeugdvereniging van de Christelijk Gereformeerde Kerk in Werkendam. Wat vindt u mooi aan het bezig zijn met jongeren binnen de muren van de kerk?

Het mooie daaraan is dat jongeren de toekomst zijn. Zeven jaar geleden ben ik er mee begonnen, en de jongeren in de leeftijd 12-16 zijn nog wat onbevangen in bepaalde dingen. Ik vind dat mooi, zeker omdat je ze heel veel mee kan geven, maar ook dat je weet wat er bij hen speelt. Binnen een kerkelijke gemeente vind ik dat heel belangrijk.

Actualiteit

Vandaag verscheen er op de website van de krant ‘Trouw’ een pleidooi om de provincies de zorg over het landbouwbeleid te geven. Nu berust die verantwoordelijkheid nog bij het rijk en de EU. De auteurs, twee gedeputeerden voor landbouw in Overijssel en Gelderland, willen dat, omdat volgens hen de situatie per provincie wezenlijk verschilt. Hoe denkt u daarover?

Het is geen gekke gedachte. Je ziet dat regionaal landbouwbeleid inderdaad kan verschillen. Zo is de situatie in Noord-Brabant, waar discussies zijn over de intensieve veehouderij, heel anders dan in Zuid-Holland. Op zich vind ik het dus niet gek, maar anderzijds zie je dat de discussies en de lobby’s voornamelijk plaatsvinden in Brussel en als je dat gaat decentraliseren is de vraag hoe dat je onderhandelingspositie in Brussel beïnvloedt. Sinds de landbouw geen eigen ministerie meer heeft staan we ook veel minder sterk in onze positie richting Brussel.  Als je dat in het oog houdt, is het de vraag of dit een goede ontwikkeling zou zijn.

Er wordt veel geklaagd over de regelgeving uit Brussel, maar dit is wat dat betreft niet de juiste oplossing?

Als je kijkt naar regels betreffende het uitrijden van mest, moeten we een akkoord krijgen uit Brussel. Dat zijn wel hele bepalende dingen als je het hebt over hoe er in gebieden gewerkt moet worden. Als je zulke dingen regionaal maakt, vraag ik me wel af in hoeverre dat onze positie in Brussel beïnvloedt.

Afgelopen november verscheen er in het RD een artikel waarin stond dat de CGK-synode zich zorgen maakte over kerkverlating onder jongeren. Kerkverlating onder jongeren is een probleem waar veel kerken mee worstelen. Waar zit volgens u het knelpunt? En wat kunnen we er tegen doen?

Dat is een zorgpunt, en dat zie ik ook in mijn eigen gemeente. Jongeren die op de Jeugdvereniging 12-16 zitten kan je bereiken, maar er komt ook een deel van de jongeren niet. Dat deel is eigenlijk al buiten beeld. Het deel dat komt op zo’n Jeugdvereniging betrek je makkelijker bij de kerk. Degenen die niet komen zijn al een stuk moeilijker te bereiken. Wat je ook ziet, is dat jongeren boven de zestien op het MBO/HBO of universiteit dingen tegenkomen die nieuw voor ze zijn dan. Daar zijn ze niet mee opgevoed. Ik merk vooral in mijn gemeente dat de leeftijdscategorie van achttien en ouder moeilijk vast te houden is en dat die jongeren vaak tussen wal en schip vallen. Het is echt lastig om hen vast te houden. Er ligt vooral de taak voor een predikant, kerkenraad en gemeente om daar oog voor te hebben en in contact met hen te blijven.

Heeft u een ideeën over een concrete invulling daarvan?

Wat heel belangrijk is, is om je te verdiepen in wat jongeren bezighoudt. Dat je naast ze staat. Dat is een hele kunst, en een gave die je gekregen moet hebben, maar voor die leeftijd is dat heel belangrijk. Als jongeren zich terug gaan trekken en je weet niet wat ze bezighoudt, loop je eigenlijk al twee stappen achter.

Wordt er juist niet veel aandacht aan jongeren besteed? Denk aan jeugddiensten, jongerenbijeenkomsten en het apart aanspreken van de jeugd in een preek?

Het aanspreken van jongeren onder de preek zie je wel terug, en dat vind ik ook goed. Ik ben niet zo van de jeugddiensten, wat hip lijkt en waar vaak het Woord naar de achtergrond gaat, maar uiteindelijk raak je de jongeren nog kwijt. Maar het apart aanspreken van jongeren binnen de preek vind ik een goede zaak. Ik denk dat in het bijzonder catechismuspreken zich ervoor lenen om actuele thema’s mee te nemen in de preek. De ene predikant heeft daar meer gaven voor gekregen dan de andere, maar er moet wel oog voor zijn. Je kan daardoor heel veel mee krijgen voor in je persoonlijke (geestelijke) en maatschappelijke leven.

Denkt u niet dat jongeren uitgekeken raken op catechismuspreken?

Ik heb dat zelf niet zo ervaren. Ik denk dat juist een catechismuspreek een uitgelezen mogelijkheid is om juist op de actuele thema’s  vanuit het Woord dingen mee te geven. Niet alleen als je kijkt naar de tien geboden, maar ook als het gaat over de bekering, waar ik afgelopen zondag nog een preek over heb gehoord. Juist dan kan je het hebben over actuele thema’s. Dat is ook heel belangrijk. Er komt veel op ons en jongeren af en dat zal niet minder worden.

Formatie

Hoe kijkt u aan tegen de huidige formatiebesprekingen?

Ik ben vooral heel benieuwd. Ik vraag me nog steeds af of deze basis qua partijen voldoende is om tot een nieuw kabinet te komen. Dat heeft vooral met de tegenpolen VVD en GroenLinks te maken, en dan vooral op het sociaaleconomische vlak. Als ik naar mijn eigen werk kijk, het terrein landbouw, ben ik benieuwd hoe het CDA zich ten opzichte van GroenLinks gaat verhouden, maar ook richting D66, want als landbouw hebben we daar ook niet veel van te verwachten. Wat ook heel spannend is, is wat er gaat gebeuren als dit niet doorgaat.

In het RD verscheen recentelijk een stuk waarin de SGP zei het niet erg te vinden als deze formatiebesprekingen mislukken. Denkt u daar ook zo over?

Ik zou dat ook niet erg vinden, maar bij mij komt dan wel de vraag op welke alternatieven er zijn.

U heeft het over VVD en GroenLinks als tegenpolen, maar zijn CU, die dan al snel in beeld komt, en D66 niet nog veel grotere tegenpolen?

Daarom denk ik ook dat de druk op deze coalitie er behoorlijk op ligt, want welk alternatief is er? Ik denk dat vooral D66 deze combinatie heel graag ziet lukken, omdat CU en D66 op medisch-ethisch vlak mijlenver uit elkaar liggen, maar als dit niet lukt, zal dat de andere combinatie moeten worden. Dan is de vraag ook hoe ver de VVD daar in wil gaan.

Verwacht u niet zo’n formatie als in België een paar jaar geleden, die bijna twee jaar duurde?

Ik denk zeker dat het lange tijd gaat duren. Ik kan slechts op geluiden afgaan hoe ver ze nu zijn. Ik denk dat het sowieso een tijdje duurt voordat er duidelijkheid komt, en mocht dit niet lukken, dan zal de eventuele variant met de CU ook heel lang duren. Mocht dat ook niet lukken, dan lijkt het uit te draaien op nieuwe verkiezingen.

Als de besprekingen met deze vier partijen mislukken, ziet u dan een rol voor de SGP weggelegd?

Het zou kunnen, maar dat is puur gevoel, want als deze besprekingen mislukken en het wordt een kabinet met CU, dan hebben ze 76 zetels en dat is een hele smalle basis. Ik weet niet hoe de CU daar in zit, maar ik acht de kans in dat geval aanwezig dat de SGP dan een rol zou kunnen gaan spelen. Concrete aanwijzingen daarover heb ik niet, maar getalsmatig zou het kunnen. Het hangt er natuurlijk ook van af wat andere partijen willen.

De foto is niet genomen tijdens of in verband met het interview, maar geplaatst met toestemming van de geïnterviewde.

Reactie plaatsen

Reacties

kimpie paarntie?
7 jaar geleden

Ik plaats er een

Maak jouw eigen website met JouwWeb