interviews.jouwweb.nl

'We oordelen te snel'

Gepubliceerd op 23 november 2017 om 23:12

Mevrouw X werkt als therapeut bij Eleos. Ze is betrokken bij evangelisatie, het lot van vervolgde christenen, vluchtelingen en haar leven staat in het teken van de ander. Een interview.

Werk

U bent systeemtherapeut bij Eleos. Wat houdt systeemtherapeut in?

Eigenlijk vind ik gezins- en relatietherapeut een mooier woord, want dat zegt meer dan systeemtherapeut. Het houdt in dat ik in therapeutisch bezig ben met gezinnen en relaties.

En dan behandelt u de problemen van zo’n gezin of relatie?

Ja. Een van de kinderen is vaak aangemeld met problemen, bijvoorbeeld gedragsproblemen. Om dat te kunnen veranderen heb je echter ook de omgeving nodig. Waar ben je het meest veilig? Is dat het gezin? Zo niet, dan praat je daar met elkaar over en dan hoop je tot oplossingen te komen, dat men elkaar beter gaat begrijpen. Meestal meldt een iemand zich aan, en aan de hand daarvan komt er een gezinsgesprek.

De basis van een probleem is dus vaak dat mensen elkaar niet begrijpen?

Ja, maar het kan ook zijn dat ze elkaar niet goed zien. Daarmee bedoel ik dat mensen niet zien met wat voor problemen de ander rondloopt.

Hoe gaat een begeleidingstraject in zijn werk?

Als ik een gemiddelde situatie neem, dan meldt iemand zich. Dan ga je uitvogelen wat er aan de hand is. Vervolgens krijgt degene die zich aanmeldt een eigen traject om duidelijk te krijgen wat er speelt. Vaak is er sprake van kind eigen factoren. Daarnaast zijn er ook gezinsgesprekken. Soms is het individuele stuk helemaal niet aan de orde, dan beginnen we gelijk met de gezinsgesprekken. Dat is als degene die zich aanmeldt samen met ouders er achter komt dat het goed is om als gezin over de ontstane problematiek te praten en kijken en ervaren of er oplossing in de gezinsdynamiek liggen.

In hoeverre is iemand die zegt dat hij/zij zelf niks mankeert, geloofwaardig?

Daar heb je je intake voor. Dan ga je de sociale en psychiatrische kant van het verhaal uitzoeken, en het eigen leven van die persoon. In de intake probeer je een beeld te krijgen van degene die aangemeld is. Dan vraag je wat er nou precies met iemand aan de hand is. Als dan blijkt dat diegene ook verdrietig is omdat er dingen in het gezin minder prettig  zijn, is het goed om daar met elkaar over in gesprek te gaan

U heeft het over de sociale en psychiatrische kant. U moet eigenlijk wel van alle markten thuis zijn om een heel leven van iemand te begrijpen.

Ik hoef slechts een stukje van iemands leven te begrijpen. Daarbij helpt diegene mij om zijn/haar leven te begrijpen. Als er bijvoorbeeld veel rouw geweest is, hoef ik niet te begrijpen wat er gebeurd is, maar dan gaan we in gesprek, en dan vraag je aan zo iemand hoe hij/zij daar mee omgaat.

U doet het werk al vele jaren. Herkent u weleens situaties?

Ja en nee. Ik merk elke keer weer dat elk leven echt anders is. Je ziet wel bepaalde patronen die de mens eigen zijn, of die Nederlanders wel en Afrikanen niet eigen zijn. Als iemand boos wordt, zal de een zich terugtrekken terwijl een ander er tegenaan gaat bekvechten. Dat zijn bekende patronen, maar wat zo’n situatie met iemand van binnen doet, is elke keer weer verschillend.

U komt veel ellende tegen tijdens uw werk. Hoe verwerkt u dat en hoe koppelt u dat met de Bijbel?

Ik heb fijne collega’s met wie ik veel kan delen. Dat vind ik echt van belang. Daarbij probeer ik elke ochtend en elke avond mijn werk bij de Heere te brengen. Dat geeft ook opluchting. Daarnaast probeer ik ook dingen te doen die een andere impact op mij hebben. Verder denk ik dat wie wij ook zijn, vroeg of laat te maken krijgen met de rafels van het leven, al krijgen sommige mensen daar wel heel vroeg en veel mee te maken. Soms vraag ik wel eens aan God waarom Hij dit nu weer laat gebeuren bij een persoon die al veel ellende heeft meegemaakt. Wat ook komt kijken in dit stuk is dat elkaar tot een hand en een voet zijn. In dit soort situaties moet ik vaak denken aan de vier vrienden die hun vriend bij Jezus brachten. Ik hoop dat ik in dit leven vaak vriend-brenger-bij-God mag zijn.

Uw hele leven heeft in het teken gestaan van de ander. Wat drijft u daartoe?

Ze zucht, en moet even nadenken. Dat vind ik een diepe vraag. Ik denk allereerst omdat ik van mensen houd, omdat ik kan genieten van mensen, maar ik kan ook verdrietig worden als ik zie wat voor verdriet er is bij mensen. Dat maakt dat ik denk: ‘kan ik daar wat aan doen?’ Dat heb ik als kind al gedacht. Ook vind ik dat elk mens recht heeft op veiligheid, geborgenheid en vrede. Daar draag ik graag aan bij.

U bent dus eigenlijk een idealist en wereldverbeteraar?

Lachend: ik denk nog steeds dat ik de wereld een beetje kan verbeteren, al weet ik dat het niet lukt.

Actualiteit

U bent erg betrokken met het lot van vervolgde christenen. Zo maakte u in 2014 een reis naar Libanon. In niet-westerse landen lijkt de vervolging steeds feller te worden, in liberale landen lijkt de tegenstand tegen het christendom toe te nemen. Wat moeten we er tegen doen?

Bidden. Dat is niet alles, maar wel het belangrijkste. We moeten in elk geval niet de barricades op. De Heere Jezus bijvoorbeeld, ging niet de barricades op. Ik vind wel dat we moeten opkomen voor vervolgde christenen, maar niet in de vorm van barricades. We moeten wel onze stem laten horen, maar de kracht van het gebed wordt vaak onderschat. Ik weet van mensen die zich op sommige dagen extra gesteund hebben gevoeld. Achteraf bleek dan dat het een dag van gebed was voor deze mensen.

Mogen vervolgde christenen zich wel verdedigen met wapens?

Ik weet van een hoop christenen dat ze het niet gebruiken, maar ik vind het te makkelijk om vanaf deze comfortabele bank te zeggen dat je je gezin niet mag verdedigen. Ik zou er me alles bij kunnen voorstellen en ik ben de laatste die het veroordeel. Ik weet echter van christenen die vrijwillig meegaan als ze worden opgepakt. Die zien het als lijden om Christus’ wil.

Op wat voor manier moeten wij dan protesteren als onze vrijheid wordt ingeperkt?

Als een petitie helpt, kunnen we handtekeningen zetten. Ook geloof ik in onze volksvertegenwoordigers. Zij kunnen aan de bel trekken en Kamervragen stellen. Ik vind dat er via een democratische manier aan de weg getimmerd mag worden. Ik ben het er absoluut mee oneens als tegen inperking van onze vrijheid geweld wordt gebruikt. Dat pas niet bij wat God van ons vraagt.

U bent betrokken (geweest) bij evangelisatie. Er is veel kerkverlating en weinig mensen uit de ‘wereld’ worden bekeerd tot het christendom. Wat gaat er mis? Hoe moeten we evangeliseren?

Als ik dat wist, zou ik het gelijk in de praktijk brengen. Er spelen echter een paar dingen. Allereerst weet ik niet of er honger is naar Gods Woord. Ik denk dat honger naar zaken als geld, eigen ik, comfortabel leven, drugs,  vandaag de dag groter is. Daarbij denk ik dat wij als kerkmensen te weinig uitstralen hoe goed het is God te dienen. We hebben het meer over de wetjes en regeltjes dan over de mogelijkheid van het zalig worden door Christus.

Hoe voorkomen we dat de overmatige aandacht voor seksualiteit vandaag de dag een probleem vormt binnen onze kringen?

Seksualiteit is iets heel moois en kostbaars, maar ook iets heel kwetsbaars, en ook nog een gave van God. Als je een mooi glas hebt, en je gooit er mee, is het aan diggelen. Zo is het ook met seksualiteit. Het mooie is er af, omdat je het als een artikel in de supermarkt kan halen. Er moet meer bewustzijn komen hoe kwetsbaar en hoe mooi seksualiteit is.

Is dat bewustzijn er te weinig?

Ik denk het wel. We geven het ook niet meer zo mee aan mensen.

Hoe creëren we dat bewustzijn?

Door er op een open, goede manier over te vertellen. Niet alleen in de pas-op-sfeer. Daarbij is het goed het goede voorbeeld te geven. Dat het beter is er zuinig op te zijn dan het uitstallen. Grenzen overgaan die even je zinnen prikkelen, maar waarna je in een des te groter gat valt.

Denkt u dat we op dit vlak een probleem hebben binnen de refozuil?

We hebben op dit vlak een probleem binnen de hele mensheid, en daar hoort de refozuil bij. Ik denk dat ook binnen de refozuil veel verstopte ellende zit op dit gebied. Of dat meer of minder binnen dan buiten de zuil is weet ik niet. Wel denk ik dat wij te snel met het opgeheven vingertje staan. Als je dan met zulk soort dingen worstelt, laat je het wel uit je hoofd om over zulk soort dingen te gaan praten, terwijl heel veel mensen er mee worstelen.

We oordelen dus te snel?

Ja.

Maar uiteindelijk moet er wel gewaarschuwd worden. Op wat voor manier doen we dat dan?

Dat is een vraag om over na te denken. Als ik aan de Heere Jezus en die Samaritaanse vrouw denk, slaat Hij haar niet om de oren met die mannen. Hij vraagt gewoon vriendelijk om water. Het is heel makkelijk om te wijzen naar iemand, mensen als zwart schaap weg te zetten, maar daar wordt uiteindelijk niemand gelukkig van. Je moet dus wel dingen benoemen, maar je moet wel naast iemand staan.

Maatschappelijke problemen

Mevrouw X werkt al vele jaren bij Eleos. Ze ziet dingen gaandeweg veranderen. ‘Ik vind mensen harder naar elkaar toe. Er is weinig coulance meer naar elkaar toe. De wereld is ook in je broekzak. Dat maakt zaken ook niet makkelijker. Er komt veel meer op jongeren af. Jongeren moeten ook op veel meer vlakken een keuze maken en steviger in hun schoenen staan. Via media kan je elkaar ook makkelijker de grond in stampen.’ Verharding van mensen naar elkaar toe signaleert X op haar werk, maar ook in het algemeen. ‘Het is ook een stukje beschaafdheid, klaar staan voor de ander, een stoel gunnen in de tram. Ik vind het bizar hoeveel middelvingers er op de weg worden opgestoken.’ De oorzaak zoekt X bij de ik-gerichtheid. ‘Ik denk dat we met z’n allen veel meer ik-gericht zijn geworden. Als ik het maar goed heb. Daardoor vergeten we bijna dat we er ook nog zijn om de ander te helpen. Ik denk dat dat een hele grote rol speelt.’ X denkt dat egoïsme ook met egocentrisme heeft te maken. ‘Als je jezelf in het middelpunt zet, zal je ook meer naar jezelf gaan rekenen. Als het dan gaat over solidariteit: als je er zelf niet beter van wordt, waarom zou je dat dan betrachten? Mensen mogen er best meer voor elkaar zijn.’ Ook secularisatie speelt daarin een rol, denkt X. ‘Als je weet dat je je doen en laten moet verantwoorden aan God, ga je heel anders om met mensen.’ Politiek heeft er ook te maken, aldus X. De opkomst van de PVV noemt ze ‘dramatisch. Ik schaam me voor mijn Nederlanderschap, als ik soms hoor hoe er over vluchtelingen gesproken wordt. Als je in de Bijbel leest hoe vaak herbergzaamheid en goed zijn voor de vreemdeling naar voren komt, doen we echt rare dingen. De opkomst van de PVV heeft voor mijn gevoel een hoop dingen een stuk harder gemaakt. Mensen zijn meer gaan zeggen. Ik probeer mensen altijd te begrijpen, maar ik vind dat soort begrip nog het moeilijkst. Hoe kan het dat je geen enkele ruimte hebt voor de ander die gevlucht is, terwijl je zelf eten, drinken en kleding hebt? Als het over vijf jaar oorlog is en wij worden vergeten door de landen, zal de boel ineens omgedraaid moeten zijn.’ X snapt wel dat cultuurschok daar een rol in speelt, ‘maar’, zo zegt ze, ‘dat geeft je nooit het recht die mensen af te schilderen waarvoor ze afgeschilderd worden. Het blijven schepsels.’ X vindt de angst die er heerst, dat vluchtelingen hun leven lang blijven om te profiteren van sociale voorzieningen, niet reëel. ‘Natuurlijk gebeurt dat, maar zo zijn er ook mensen uit Nederland naar Amerika en Canada gegaan. Nederland bestaat vanouds uit veel culturen. Je kunt van elkaar leren, in plaats van elkaar te verstoten. Momenteel werk ik ook met veel mensen uit andere culturen, en ik zie dat een hoop van hen echt terug willen. Natuurlijk weet ik dat er mensen zijn in Nederland die echt arm zijn, maar als we alles wat beter verdelen, zouden er een heleboel vluchtelingen bij kunnen.’ De kwestie economische vluchtelingen vindt X lastig. ‘Ik zou over dat onderwerp meer met mensen in gesprek willen gaan. Ik weet niet of je gelukkig wordt als je hier alleen komt voor de economie. Aan de andere kant denk ik: wij, Nederlanders, doen het zelf. We halen hier Polen binnen omdat het goedkopere arbeidskrachten zijn. Dat vind ik hypocriet. Als je goedkopere arbeidskrachten laat komen, terwijl onze eigen chauffeurs geen werk meer hebben, mag je wel even nadenken.’ X snapt dat huivering voor Islam ook een rol speelt bij de weerstand tegen migratie. Of die vrees al dan niet terecht is, vindt ze een moeilijk vraagstuk. ‘Ondanks alles geloof ik dat er een God is Die er boven staat. Als wij dat meer uit zouden stralen, zouden mensen ook meer jaloers worden. In plaats van dat wij zendelingen die kant op sturen, krijgen wij mensen hier. Wat willen we nog meer?! Wel die euro in het zendingspotje, maar niet evangeliseren onder migranten? Je kan er huiverig voor zijn, maar je kan het ook zien als een kans. Ga het contact met deze mensen aan en vertel maar. Het klinkt misschien te makkelijk, maar je moet je niet door angst laten leiden. Daarbij gaat die angst ten diepste weer over het eigen ik. Mijn leven, mijn huis, mijn auto. Dat hoef je niet te grabbel te gooien, maar we moeten uitkijken voor egocentrisme. Dan bedoel ik niet het gebeuren met IS, maar dat is wat anders. Daar zijn veel moslims zelf ook bang voor.’

Op verzoek van de geïnterviewde blijft ze anoniem.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.